Oorzaken
Wat de oorzaak van selectief mutisme betreft, wordt tegenwoordig in de literatuur vooral een verband gelegd met sociale angst en de aanwezigheid van een geremd temperament, wat tot uiting komt in verlegen, geremd en zeer terughoudend gedrag in nieuwe situaties (Chavira e.a., 2007; Viana, e.a. 2009).
Chavira en collegae (2007) hebben erop gewezen dat het bij selectief mutisme vaak niet alleen om het 'niet praten' gaat, maar ook om een kwetsbaarheid voor het ontwikkelen
van sociale angst, met name als ook de ouders hieraan lijden (zie ook Steinhausen e.a., 2006).
Selectief Mutisme en spraaktaalontwikkeling
In actuele literatuur wordt selectief mutisme, vaak in samenhang gebracht met sociale fobieën of angststoornissen (Katz-Bernstein, 2007; Sharp et al, 2006). Katz-Bernstein, Meili en Wyler (2007) geven aan dat steeds meer onderzoeken aantonen dat spraaktaalstoornissen mede verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van selectief mutisme. Dit resultaat staat in contrast met de definitie uit de DSMIV-TR.
Cohan et al.(2008) en Nowakowski et al (2009) wijzen er op dat de verbale communicatie van selectief mutistische kinderen in veel gevallen linguïstisch simpel en kort is en er weinig details benoemd worden. Ook geven zij aan dat deze kinderen over een kleinere woordenschat beschikken. Verder wordt er in meerdere wetenschappelijk artikelen aangegeven dat er bij ongeveer 30 – 50% van de kinderen met selectief mutisme een spraaktaalstoornis bestaat (Cohan et al.,2008; Subellok en Bahrfeck-Wichitill, 2007; Sharp et al, 2006) (uit: communicatie van een selectief mutistische jongen in drie situaties, J. Schulting juni 2010)
Chavira en collegae (2007) hebben erop gewezen dat het bij selectief mutisme vaak niet alleen om het 'niet praten' gaat, maar ook om een kwetsbaarheid voor het ontwikkelen
van sociale angst, met name als ook de ouders hieraan lijden (zie ook Steinhausen e.a., 2006).
Selectief Mutisme en spraaktaalontwikkeling
In actuele literatuur wordt selectief mutisme, vaak in samenhang gebracht met sociale fobieën of angststoornissen (Katz-Bernstein, 2007; Sharp et al, 2006). Katz-Bernstein, Meili en Wyler (2007) geven aan dat steeds meer onderzoeken aantonen dat spraaktaalstoornissen mede verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van selectief mutisme. Dit resultaat staat in contrast met de definitie uit de DSMIV-TR.
Cohan et al.(2008) en Nowakowski et al (2009) wijzen er op dat de verbale communicatie van selectief mutistische kinderen in veel gevallen linguïstisch simpel en kort is en er weinig details benoemd worden. Ook geven zij aan dat deze kinderen over een kleinere woordenschat beschikken. Verder wordt er in meerdere wetenschappelijk artikelen aangegeven dat er bij ongeveer 30 – 50% van de kinderen met selectief mutisme een spraaktaalstoornis bestaat (Cohan et al.,2008; Subellok en Bahrfeck-Wichitill, 2007; Sharp et al, 2006) (uit: communicatie van een selectief mutistische jongen in drie situaties, J. Schulting juni 2010)